Volgens het waterschap Rijn en IJssel is het neerslagtekort opgelopen tot boven de 220 millimeter. "Dat is vergelijkbaar met de extreme droogte van 2018", meldt het waterschap.

Doordat de gebieden in het oosten van het land op hoge zandgronden liggen, kan daar moeilijk water worden aangevoerd. Voor vers oppervlaktewater zijn de gebieden grotendeels afhankelijk van neerslag. "Met de huidige weersverwachtingen is geen verbetering van de situatie te verwachten", aldus het waterschap.

Het verbod moet ervoor zorgen dat het water naar het "stedelijk gebied" zo lang mogelijk op peil kan worden gehouden. Daardoor moeten problemen als blauwalg, botulisme en vissterfte worden voorkomen.

Het sproeiverbod betekent voor boeren dat ze geen water meer uit sloten en beken mogen halen om hun akkers van water te voorzien. Dat geldt ook voor inwoners van de waterschappen.

Kraanwater mag nog wel gebruikt worden voor bijvoorbeeld het sproeien van de tuin, maar de waterschappen roepen op om zuinig te zijn met water en regenwater op te vangen in regentonnen.

Een woordvoerder van de Unie van Waterschappen zei vorige week al dat de droogte in het oosten "problematische" vormen aanneemt. In de lager gelegen gebieden van het land zijn de problemen veel minder groot, omdat daar via de rivieren nog water wordt aangevoerd.

De maandenlange droogte zorgde vorige zomer voor veel problemen in Nederland. Ook toen stelden veel waterschappen sproeiverboden in en zagen boeren hun oogst mislukken.

In het najaar zijn veel grondwaterstanden niet hersteld, waardoor de zomer van dit jaar met een achterstand is begonnen.