
Amersfoortse krijgt zeven jaar cel en tbs voor brand waarbij halfzusje omkwam
Het Openbaar Ministerie had twaalf jaar geëist en verdacht de vrouw van moord. Maar omdat volgens de rechtbank niet kan worden bewezen dat er sprake was van een vooropgezet plan werd de vrouw vrijgesproken van moord en werd de vrouw veroordeeld voor brandstichting met als gevolg de dood van haar halfzusje.
Het halfzusje lag met het zusje van de vrouw in de woning te slapen, toen de Amersfoortse de deurmat door de brievenbus met terpentine besprenkelde en vervolgens met een aansteker en verfspuitbus even voor 4.00 uur 's ochtends in brand stak. Het halfzusje werd door de brandweer binnen gevonden en naar het brandwondencentrum in Beverwijk gebracht. Daar overleed het meisje.
Acht maanden voor het in brand steken van het huis beschadigde de vrouw de auto van haar moeder al. Volgens de rechtbank heeft ze geprobeerd om de auto in brand te steken. Voor het vernielen van de auto is ze door de rechtbank ook veroordeeld.
Volgens de rechtbank koestert de vrouw haat tegen haar familie en heeft ze een psychiatrische voorgeschiedenis. Omdat de kans op herhaling "aanzienlijk" is, heeft de rechtbank haar ook tbs-behandeling opgelegd.
De rechtbank rekende het de vrouw zwaar aan dat zij geen opheldering heeft gegeven over haar daden en op geen enkele wijze spijt of emotie heeft getoond.