Politie krijgt tien nieuwe teams om cybercriminaliteit te bestrijden
Volgens Akerboom verschuift de criminaliteit steeds meer naar fraude en cybercriminaliteit. Om zich te te kunnen wapenen tegen die vormen van criminaliteit, is behoefte bij de politie aan expertise.
"De politie moet flexibeler worden", aldus de korpschef. "Ik moet kunnen schuiven met middelen. Dat wil ik graag omdat ik vind dat we moeten inspelen op die beweging."
In elke regionale eenheid komt een cyberteam met als hoofdtaak het bestrijden van cybercriminaliteit in brede zin. Dat betekent dat naast het opsporen van criminelen ook gewerkt wordt aan preventie en het signaleren van dreigingen. In een aantal eenheden is een cyberteam al aan de slag.
"Mijn ambitie is om reguliere en veel voorkomende cybercrime aan te laten pakken door regionale eenheden. De cyberteams worden de aanjagers van de aanpak van cybercrime in de eenheden."
Specialisten
De teams gaan uit minimaal tien rechercheurs bestaan, die al in dienst zijn bij de politie. Zij worden ondersteund door digitaal specialisten die beschikken over specifieke ICT-kennis. De politie is nu bezig om honderd van dergelijke specialisten te werven en zal dat in 2018 herhalen.
De teams zullen vooralsnog ongeveer dezelfde taken uitvoeren. In de toekomst gaan teams zich mogelijk richten op een specifiek onderwerp.
Samenwerking
"Wij worden steeds meer een informatiefabriek die bezig is met een analyse van wat er in de digitale wereld gebeurt", verklaart de korpschef.
"Je ziet inmiddels dat forensisch onderzoek minder oplevert, dat het verhoor van zware criminelen minder oplevert en dat de telefoontap minder oplevert. Het accent verschuift naar data - de analyse daarvan. En daar zit nou net de ontwikkelingskracht in. Als we daar stappen in gaan maken, dan kunnen we veel beter doordringen tot de criminaliteit."
Een voorbeeld van de aanpak is de samenwerking tussen de politie en de website Marktplaats. "Als iemand met een bepaalde naam of bepaalde bankrekening herhaaldelijk mensen oplicht dan kan diegene direct worden aangepakt en worden geblokkeerd. Die samenwerkingsverbanden zien er anders uit dan in de fysieke wereld. Er wordt niet eerst aangifte gedaan en dan onderzoek verricht. Hier moet je eigenlijk meteen tot actie over kunnen gaan."
Akerboom hoopt dat hij vanuit de politiek steun krijgt om te investeren. "Er is personeel nodig met andere kennis en een flinke investeringen in technologische middelen om bij te kunnen blijven bij de snelle ontwikkeling van cybercrime."
Wet computercriminaliteit
Akerboom is blij dat de wet computercriminaliteit door de Tweede Kamer is aangenomen. Deze 'hackwet' stelt de politie in staat om op afstand binnen te dringen in computers van verdachten in strafonderzoeken. Het kan gaan om verdachten van cybercrime, maar ook om andere misdaden waar minstens vier of acht jaar celstraf voor kan worden gegeven.
"Criminelen kunnen zich schuilhouden op het internet", zegt Akerboom. "Als je wordt gehackt, gebeurt dit vaak vanuit het buitenland. Als we dan klassieke opsporingsmethodes toepassen, zijn we te laat. Digitaal bewijsmateriaal kan met een druk op de knop verwijderd worden. Je moet eigenlijk direct kunnen binnendringen om onderzoek te doen en sporen te kunnen achterhalen van de verdachte. Je maakt dan gebruik van social engineering of van meestal bekende kwetsbaarheden in de software om die crimineel op te kunnen sporen."
Discussie
De wet heeft geleid tot veel discussie in de Tweede Kamer omdat de hackbevoegdheid kan worden gebruikt voor allerlei soorten criminaliteit, niet alleen voor cybercrime. Het is nog niet zeker of de wet ook door de Eerste Kamer komt: daar heeft het kabinet geen meerderheid en is de steun van andere partijen nodig.
In de eerste versie van het wetsvoorstel hoefde de politie ontdekte softwarelekken niet meteen na de ontdekking aan techbedrijven te melden, waardoor software onveilig kon blijven. Een amendement van VVD en PvdA, dat door de Kamer werd aangenomen, verplicht de politie in veel gevallen om ontdekte lekken direct te melden.
Wil de politie een softwarelek toch nog geheim houden, dan moet de rechter-commissaris daarvoor toestemming geven. Daarbij moet de rechter een "onafhankelijke toets" uitvoeren, zodat het belang van het politieonderzoek niet te makkelijk boven de veiligheid van software wordt gesteld. D66, GroenLinks en SP vinden echter dat deze uitzondering helemaal moet worden geschrapt.
De politie zegt met het binnendringen van een computer onderzoek te willen doen en te achterhalen wie de dader is. Er is daarnaast een bevoegheid in de wet om na het binnendringen informatie ontoegankelijk te maken, bij strafbare feiten waar acht jaar of langer op staat. En andere specifiek aangewezen gevallen zoals kinderporno.
Essentie
Volgens Akerboom is het binnendringen van een verdachte computer niet anders dan het binnenvallen van een huis.
"De essentie is eigenlijk dat je de politie de middelen geeft om in de digitale wereld te doen wat in de fysieke wereld ook kan. Daar hou je ook iemand staande, dan doe je ook onderzoek. Dat dat nu ook wordt toegepast in de digitale wereld is zo logisch als wat."
"Ik vind het echt ontzettend belangrijk dat die wet er doorkomt. We zitten nu met beide handen achter de rug gebonden achter de criminelen aan. Dat maakt ons echt niet slagvaardig."
Delicten
Akerboom zegt dat mensen zich geen zorgen hoeven te maken dat de politie straks om ieder vergrijp in computers loopt rond te neuzen. "Het gaat om bevoegdheden waar eerst toestemming voor moet worden gevraagd aan een officier van justitie en de rechter-commissaris", zegt Akerboom. "De voorwaarden liegen er niet om. En ik vind dat ook belangrijk dat dat gebeurt."
"Iedere officier van justitie is verplicht om ter zitting het onderzoek te verantwoorden en bovendien vindt toezicht achteraf plaats op de uitvoering door de inspectie V&J", legt de korpschef uit.