'Rolodex-onderzoek gestopt vanwege informatie over rol Demmink'
"Demmink was een van de subjecten", stelt De Graauw volgens het AD tijdens het verhoor. "We kregen informatie van de Criminele Inlichtingen Eenheid (CIE) dat hij betrokken was bij pedoseksuele contacten." Ook was een officier van justitie in beeld.
Maar het onderzoek werd gestopt voordat het team iets met die informatie kon doen. De Graauw snapt niet waarom dat gebeurde. "Bij een dergelijk zwaar opgetuigd onderzoek heb ik het halverwege stoppen nooit meegemaakt."
Ook voormalig officier van justitie Fred Teeven was erbij toen verteld werd dat het onderzoek moest worden stopgezet. Teeven beriep zich eerder in deze zaak op zijn zwijgplicht als officier. De hoge raad moet over dit verzoek van Teeven nog een uitspraak doen.
Nomen nescio
Het verhaal van De Graauw werd voor de rechtbank bevestigd door oud-agent Emile Broersma. Hij stelde zich vier verdachten te herinneren in de misbruikzaak: Demmink en drie hoofdofficieren van justitie. ''Ik mocht mijn mensen niet vertellen om wie het precies ging. Het waren NN-verdachten", aldus Broersma. Dit staat voor 'nomen nescio', oftewel: een verdachte zonder naam.
Het onderzoek werd abrupt stopgezet toen het team een verzoek indiende om Demmink en een van de andere verdachten te observeren. Broersma stelde zelfs dat één van de verdachten op de hoogte was gebracht van het feit dat zijn naam werd genoemd.
Minderjarige jongens
Demmink (nu 68) was tot 1 november 2012 de hoogste ambtenaar van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Hij is de afgelopen jaren verschillende malen genoemd in verband met ontucht met minderjarige jongens in de jaren tachtig en negentig.
De voormalige topman van justitie ontkende vrijdag onder ede ooit contact te hebben gehad met de pooier of seks te hebben gehad met minderjarige jongens. Het AD meldt dat hij op de meeste vragen met het woord 'nee' antwoordde. Hij erkende wel enige een relatie te hebben onderhouden met een meerderjarige Hongaarse porno-acteur.
Seksfeestjes
De verhoren vinden plaats in het kader van een civielrechtelijke zaak die een van de vermeende slachtoffers van het pedonetwerk heeft aangespannen tegen de Staat. Hij verwijt de Staat niet te hebben ingegrepen terwijl wel bij justitie bekend was dat er minderjarigen werden misbruikt.
Oud-staatssecretaris Teeven leidde als officier van justitie eind jaren negentig het onderzoek naar de Rolodex-zaak. Via het geheime project werd de mogelijke betrokkenheid van vier hooggeplaatste personen uit de justitiële wereld bij seksfeestjes met minderjarige jongens onderzocht.
Huiszoekingen
Het Rolodex-onderzoek liep uiteindelijk op niets uit: diverse huiszoekingen bij betrokkenen leverden niets op. Dat kwam mede doordat informatie over het onderzoek op straat kwam te liggen, tot grote frustratie van Teeven. Op verzoek van het vermeende slachtoffer werd Teeven eind april 2016 verhoord over de mogelijke betrokkenheid van de topambtenaar bij het Rolodex-netwerk.
Volgens Teeven was Demmink nooit een verdachte in de zaak. Meer wilde Teeven niet zeggen: hij beriep zich op zijn geheimhoudingsplicht als voormalig officier van justitie.
Verkrachting
Demmink werd nooit veroordeeld, maar de rechtbank droeg het OM begin 2014 toch op een groot onderzoek te starten naar alle aanklachten aan het adres van Demmink. Er zouden volgens de rechtbank genoeg aanwijzingen zijn die "redelijk vermoeden van schuld voor verkrachting" zouden geven.
Eind mei 2016 werd dit grote strafrechtelijke onderzoek afgerond. Naar verwachting besluit het OM in juni of Demmink alsnog wordt vervolgd. Dit besluit staat los van de civielrechtelijke procedure die het slachtoffer in 2015 begon.