
Zelden aangifte van strafbaar feit ambtenaren
Dat blijkt uit een onderzoek van NU.nl naar integriteitsschendingen van ambtenaren. Kamerleden en hoogleraren bestuurskunde en integriteit willen dat er vaker aangifte wordt gedaan van schendingen en roepen op tot het vastleggen van integriteitsregels in de wet.
Integriteitsschendingen worden daarnaast vaak enkel intern onderzocht. Volgens de hoogleraren is het vanwege de bijzondere positie van ambtenaren gewenst om onderzoek eerder aan politie en justitie over te dragen.
NU.nl onderzocht ruim drieduizend vermoedelijke integriteitsschendingen van 22 overheidsinstanties in 2011 en 2012. In ten minste 279 gevallen is sprake van een mogelijk strafbaar feit, zoals diefstal, corruptie en fraude.
Het betreft hier de meest ernstige integriteitsschendingen die door ministeries worden gerapporteerd. Daar werd slechts 45 keer aangifte van gedaan, terwijl overheidsinstanties een aangifteplicht hebben bij deze categorie misdrijven.
In een rapport van de Algemene Rekenkamer uit mei vorig jaar bleek al dat ambtenaren beter moeten worden gescreend voordat ze worden aangenomen. Ook bleek uit een ander rapport dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) onvoldoende actie had ondernomen om het screening-systeem te verbeteren.
Volgens de zogeheten handreiking Zorgvuldige Handhaving van het Bureau Integriteitsbevordering Openbare Sector (BIOS) geldt de aangifteplicht voor een misdrijf waarbij een ambtenaar misbruik maakt van macht, gelegenheid of middel dat hem door zijn ambt is geschonken. Het betreffende ministerie kan echter besluiten om hier van af te wijken.
Deze handreiking wordt ondersteund door het Ministerie van BZK. In een aantal specifieke voorbeelden wordt duidelijk dat de aangifteplicht vaker uitzondering dan regel is.
Drugssmokkel
Zo werd in 2012 een geval van fraude door een medewerker van De Nederlandsche Bank afgedaan met een schriftelijke waarschuwing. Bij het Ministerie van BZK smokkelde een medewerker met behulp van dienstmiddelen drugs naar binnen bij een penitentiaire inrichting. Deze ambtenaar werd ontslagen, maar er werd geen aangifte tegen hem gedaan.
Volgens een woordvoerster van BZK is in dat geval samen met politie en justitie een afweging gemaakt om geen aangifte te doen. "Wij hanteren de handreiking, maar daar zit ruimte in voor afweging. In dit geval was de persoon al gestraft door ontslag, iets wat door een rechter wordt meegenomen in een oordeel. Daarnaast ging het om een kleine hoeveelheid hasj."
Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onderzocht in twee jaar tijd vermoedens van ambtenaren die zich mogelijk schuldig maakten aan machtsmisbruik, seksuele contacten en bevoordeling van een consultant bij het toekennen van opdrachten. Die incidenten hebben tot nul ontslagen en nul aangiften geleid.
Corruptie
Bij de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit en het Ministerie van Economische Zaken werd een ambtenaar van corruptie verdacht. In deze zaak werd geen hulp van buitenaf ingeschakeld, hoewel de ambtenaar van het blokkeren van vergunningsaanvragen werd verdacht.
Een andere ambtenaar maakte misbruik van zijn positie bij het aanvragen van subsidies, maar ook tegen hem werd geen aangifte gedaan. Het ministerie wil verder niets zeggen over deze zaak. "Wij gaan niet in op individuele gevallen, personeelszaken en afwegingen", aldus een woordvoerder.
Spionage
De Autoriteit Financiële Markten had medewerkers die zich schuldig maakten aan het delen van dossiervertrouwelijke informatie met derden, het publiceren van organisatievertrouwelijke informatie op internet en privé-beleggingstransacties zonder voorafgaande toestemming. Geen enkele medewerker is ontslagen of aangegeven.
Een van de ernstigste gevallen waar wél ontslag en aangifte werd gedaan, was een geval van spionage door een medewerker van Buitenlandse Zaken. Deze persoon is vervolgd voor het doorgeven van staatsgeheimen aan een vreemde mogendheid, corruptie, witwassen van geld en het voorhanden hebben van een pistool met munitie. Dit onderzoek loopt momenteel in hoger beroep.
Eenduidig beleid
Een rondgang onder hoogleraren bestuurskunde en integriteit maakt duidelijk dat er meer behoefte is aan eenduidig beleid. "Ministeries hanteren nu allemaal hun eigen beleid", aldus hoogleraar Henk Addink van de Universiteit Utrecht. "De handreiking is te vrijblijvend. Als je integriteit belangrijk vindt, dan moet je dat in de wet vastleggen."
Addink pleit er eveneens voor om mogelijk strafbare feiten eerder aan te geven. "Daar valt nog enorm veel te winnen. De overheid wil doen voorkomen dat er weinig aan de hand is, terwijl er nog behoorlijk wat te verbeteren valt."
Hoogleraar Raymond Schlössels vindt ook dat er nog te weinig aangifte wordt gedaan. "Ik ben van mening dat – gelet op de bijzondere positie van de ambtenaar – in geval van strafbare feiten, en zeker misdrijven, aangifte moet worden gedaan door de overheid."
Harde aanpak
D66-Kamerlid Gerard Schouw vraagt opheldering van het kabinet over de kwestie. Hij wil een grondige analyse om vast te kunnen stellen waarom er nauwelijks aangifte is gedaan.
"Dit staat haaks op het beleid van Opstelten dat misstanden hard aangepakt moeten worden, terwijl juist de overheid het goede voorbeeld zou moeten geven. Dit is de wereld op zijn kop", aldus Schouw.
Ook VVD-Kamerlid Pieter Litjens vindt dat ambtenaren een voorbeeldfunctie hebben. "Als je als overheid geen aangifte doet van een strafbaar feit, dan ondermijn je daarmee het vertrouwen van burgers in de rechtsstaat", stelt hij.
PvdA-Kamerlid Manon Fokke gaat ook Kamervragen stellen over de kwestie. "De PvdA vindt dat regels met betrekking tot integriteit eenduidig moeten zijn", aldus Fokke. "Het is een slechte zaak dat ieder ministerie er zijn eigen integriteitsbeleid op na houdt."
Ze wil daarom de regels laten vastleggen in een protocol. "Wat ons betreft wordt bij zware integriteitsschendingen altijd aangifte gedaan."
Plasterk
Minister Ronald Plasterk van BZK stelt dat het aan de werkgevers zelf is om te besluiten over er moet worden overgegaan tot aangifte. Hij vindt daarom niet dat de handreiking te vrijblijvend is en is dan ook geen voorstander van striktere regelgeving.
Wel vindt hij het meer dan bij bedrijven een verantwoordelijkheid van de overheid om de integriteit op orde te hebben.
Weigering
De AIVD weigert voorlopig nog gegevens over integriteitsschendingen te leveren. Ondanks een wettelijke termijn van twee maal 28 dagen voor het openbaar maken van schendingen, heeft de veiligheidsdienst bijna vier maanden nodig voor de beantwoording.
Voor dit onderzoek werd aan de overheidsinstanties gevraagd naar een overzicht van vermoedelijke integriteitsmeldingen. Ook een overzicht en omschrijving van schorsingen en ontslagen door integriteitsschendingen is opgevraagd.
Dat laatste wordt om een aantal redenen door ministeries en zelfstandige bestuursorganen niet geleverd.
Het UWV weigerde bijvoorbeeld expliciet om een omschrijving van de schorsingen en ontslagen te leveren. “Wij zijn namelijk van mening dat bij publicatie van de gevraagde gegevens het risico groot is dat aldus de identiteit van degene die de integriteitsschending heeft begaan bekend wordt.”
Verbeteringen
Het UWV meldt in een reactie dat het beleid rondom integriteit in 2011 is verbeterd naar aanleiding van eerdere media-aandacht. Desondanks worden ook zorgen over het detecteren van integriteitsproblemen geuit. Zo wordt volgens het UWV te weinig risico-analyse gedaan, "met het gevaar dat risico’s onbenoemd blijven waardoor de organisatie onnodig wordt blootgesteld aan ongewenste situaties".
Ook zouden reorganisaties ervoor zorgen dat meer schendingen plaats gaan vinden. "De cultuur binnen de organisatie dient alert gevolgd te worden, aangezien die veranderingen een significant effect kunnen hebben op de betrokkenheid van de medewerkers."
Heeft u ervaringen met integriteitsschendingen van ambtenaren? Mail jerry@nu.nl of geef anoniem informatie via Publeaks ('NU.nl' aanvinken).