Dat blijkt uit de 'Good Enough to Eat Index' die de organisatie voor ontwikkelingssamenwerking woensdag publiceert.

De top twintig van de lijst bestaat met uitzondering van Australië, dat de achtste plaats inneemt, volledig uit landen in Europa.

Deze landen scoren goed, omdat er voldoende te eten is, de prijs van het voedsel laag is, de kwaliteit hoog en er relatief gezond wordt gegeten. 

Beweeg de cursor over het diagram om de scores te zien. De gegevens zijn afkomstig van Oxfam Novib. Bekijk hier een grote versie. - (c)NU.nl/Jerry Vermanen

"Deze ranglijst legt de gewone zorgen van mensen over voedsel bloot, ongeacht waar zij vandaan komen", zegt Oxfam Novib-directeur Farah Karimi.

"Krijg ik genoeg eten? Kan ik het betalen? Heeft het voldoende kwaliteit? Hoe zit het met de gezondheidsgevolgen? Het resultaat toont aan hoe zeer de wereld faalt om ervoor te zorgen dat iedereen genoeg en gezond kan eten, ondanks de ruime beschikbaarheid van voedsel."

De onderste tien landen van de lijst liggen alle in Afrika, met uitzondering van Jemen. "In Guinee, Gambia en Tsjaad geven mensen 2,5 keer zoveel aan voedsel uit als aan andere consumptieartikelen, waardoor zij de landen met het duurste voedsel zijn. 

Volgens Oxfam is voedsel vrijwel altijd duurder en minder divers, en dus minder gezond, als de prijs relatief hoog is. 

Bekijk voedselsituatie wereldwijd: 

Klik op de landen voor meer informatie. De gegevens zijn afkomstig van Oxfam Novib. Bekijk hier een grote versie. - (c)NU.nl/Jerry Vermanen

"Armoede en ongelijkheid zijn de echte drijfveren van honger", voegt Karimi toe. "Honger ontstaat wanneer het bestuur zwak is, de distributie slecht, markten falen, en mensen niet voldoende geld of middelen hebben om alle goederen en diensten te kopen die zij nodig hebben."

Karami roept op tot grotere investeringen in kleine boeren, infrastructuur en markttoegang. "Tevens moeten we speculatie met voedsel bestrijden, klimaatverandering aanpakken en niet langer biobrandstof uit voedselgewassen maken."

Staatssecretaris Sharon Dijksma (Economische Zaken) stelt in een reactie dat Nederland heel kritisch is op de kwaliteit van voedsel. "Het is mooi dat dit resulteert in deze koploperspositie. Tegelijk kunnen we met onze kennis over agrarische producten voedselzekerheid in andere landen verbeteren, door boeren daar te helpen met het verhogen van hun landbouwproductie."