
Voor het eerst vonnis over Syriëgangers
Eventuele straffen zijn voor het Openbaar Ministerie (OM) belangrijk voor toekomstige zaken.
Jurisprudentie bestaat nog niet en de aanklager zei tijdens de behandeling te hopen dat een uitspraak in deze zaken "een halt toeroept aan het uitreizen en rekruteren voor de jihad in Syrië".
Meer dan honderd jongeren zouden naar gebieden als Syrië zijn afgereisd voor de jihad. Het was voor de Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) reden om het dreigingsniveau eerder dit jaar te verhogen naar substantieel, het op één na hoogste niveau.
Het gevaar schuilt volgens de NCTV vooral in jongeren die geradicaliseerd terugkeren en mogelijk hier aanslagen willen plegen.
Veroordelingen van deze twee vermeende Syriëgangers moeten daarom afschrikwekkend werken voor anderen die naar conflictgebieden willen reizen.
Omar H.
Het OM eiste tegen Omar H. drie jaar celstraf. Hij werd vorig jaar in zijn huis in Amsterdam opgepakt. Daar werd onder meer tien meter ontstekingslont, één kilo aluminiumpoeder en dvd’s met jihadistisch materiaal gevonden.
Na korte tijd kwam hij weer vrij, onder de voorwaarde dat hij in Nederland moest blijven. Uiteindelijk plukte de politie hem dit jaar uit een trein in Duitsland. Hij was op weg naar Istanbul, volgens het OM de springplank naar Syrië.
H. houdt het erop dat hij op weg was naar zijn vriendin, die hij overigens nog nooit eerder had ontmoet en met wie hij alleen via een briefwisseling contact zou hebben gehad.
Ook Mohammed G. stond drie weken geleden weer terecht. Maar volgens het OM was hij volledig ontoerekingsvatbaar. Voor hem vroeg het OM schuldigverklaring zonder strafoplegging.