
Regering betuigt 'spijt en diep berouw' om slavernij
Dit deed hij tijdens de jubileumherdenking bij het slavernijmonument in het Amsterdamse Oosterpark van de afschaffing van de slavernij in de Nederlandse koloniën, precies 150 jaar geleden.
"De afschaffing was een overwinning voor mensen die tot slaaf waren gemaakt en voor de prille parlementaire democratie", zei Asscher in een toespraak. Hij bood geen excuses aan voor het slavernijverleden.
Bij de herdenking waren ook koning Willem-Alexander en koningin Máxima aanwezig.
'Mensonterend'
Asscher haalde de ''mensonterende praktijk van de slavernij'' aan en vroeg zich hardop af waarom Nederland daar niet veel eerder een eind aan heeft gemaakt.
''Ik sta hier namens de Nederlandse regering en kijk terug op deze schandvlek in onze geschiedenis. Ik kijk terug en betuig diepe spijt en berouw over hoe Nederland is omgegaan met de menselijke waardigheid'', zei Asscher, die hiervoor applaus kreeg.
Bekijk een deel van de toespraak van Asscher:
Geen excuses
Asscher ging daarmee wel verder dan premier Mark Rutte die vorig jaar stelde dat slavernij heeft 'ontmenselijkt', maar niet met zoveel woorden spijt betuigde. De onder meer door de Surinaamse organisatie Collectief Broki gevraagde excuses bood ook Asscher echter niet aan.
Dat is voor opeenvolgende kabinetten altijd een stap te ver geweest. Al in 2001 betuigde het toenmalige kabinet diepe spijt, maar daar is het altijd bij gebleven. Collectief Broki kondigde vorige maand aan excuses via internationale organisaties te willen afdwingen.
Van der Laan
Naast Asscher betuigde ook de Amsterdamse burgemeester Eberhard van der Laan spijt in zijn toespraak. ''De geschiedenis vervult ons met schaamte'', zei hij.
''We kunnen en willen dit niet ontkennen en zullen de geschiedenis onder ogen moeten zien.'' Hij riep verder op het nooit meer over de Gouden Eeuw te hebben zonder te spreken over de slavernij.
150 jaar
Het is maandag precies 150 jaar geleden dat de slavernij werd afgeschaft in de Nederlandse koloniën. Op 1 juli 1863 werden 47 duizend slaven vrijgemaakt in Suriname en op de Antillen.
Zij werkten vooral op plantages waar suiker, koffie, cacao en katoen werden geproduceerd voor de wereldmarkt. Met 21 kanonschoten werd hun vrijheid aangekondigd.