De rente op die leningen viel lager uit dan bij de vorige uitgifte van vergelijkbare leningen, maar lag nog altijd op een niveau dat door velen als onhoudbaar wordt bestempeld.

De rente op de nieuwe 10-jarige leningen bedroeg gemiddeld 6,98 procent. In november moest de Italiaanse overheid nog 7,56 procent rente bieden om 10-jarige obligaties aan de man te brengen. Het rendement van de nieuwe 3-jarige leningen kwam uit op 5,62 procent, tegen 7,89 procent vorige maand.

De opbrengst van 7 miljard euro lag in het midden van de bandbreedte van 5 tot 8,5 miljard euro die de Staat zich ten doel had gesteld.

De renteniveaus wijzen er volgens marktstrategen op dat de druk op Italië groot blijft. ''Men blijft bezorgd over het kredietrisico, dus vraagt men een hogere prijs bij een langere looptijd'', zei Alessandro Mercuri van Lloyds Bank tegen persbureau Reuters.

Zijn collega Alessandro Giansanti van ING noemde de rente van 7 procent op de 10-jarige leningen een ''zwak'' resultaat.

De waarde van de euro bleef na de uitslag van de veiling onveranderd op circa 1,29 dollar. De rente op bestaande 10-jarige Italiaanse obligaties liep direct na de veiling licht op tot 7,16 procent, om vervolgens te dalen tot 7,12 procent. De rente en de waarde van een obligatie bewegen tegengesteld. Een hogere rente betekent een lagere waarde van het schuldpapier.

Volgens handelaren meldde de Europese Centrale Bank (ECB) zich na de veiling op de markt om kleine hoeveelheden bestaande Italiaanse obligaties op te kopen. Met de transacties op de zogeheten secundaire markt poogt de ECB de stijging van de rente op de Italiaanse obligaties beperkt te houden.