"Het associatieakkoord is hét middel om aan de buitengrenzen van Europa stabiliteit, groei en welvaart te brengen", zegt voorzitter Hans de Boer van VNO-NCW woensdag in een gesprek met NU.nl

"We zien nu dat onstabiele gebieden buiten de grenzen van Europa veel problemen geven binnen Europa", De Boer denkt daarbij aan de grote stromen vluchtelingen. "Dit is nou het type akkoord dat moet voorkomen dat we dicht bij ons Europees gebied haarden van onrust krijgen."

De oproep van VNO-NCW wordt gesteund door MVO Nederland en Natuur & Milieu. "Wij worden altijd vereenzelvigd met de economie en economische belangen, maar de ondertekening door deze drie partijen maakt duidelijk dat het ook gaat om democratie, een rechtsstaat, het milieu en eerlijke verhoudingen."

De organisaties benadrukken wel dat Oekraïne de samenwerking met de Europese Unie niet cadeau krijgt. Het land moet zijn democratie, mensenrechten en rechtsstaat verbeteren en ook corruptie bestrijden. Ook moeten de rechten van minderheden en homoseksuelen meer in acht worden genomen.

De Boer heeft er vertrouwen in dat het land dit zal aanpakken, omdat een meerderheid van de Oekraïeners voor het verdrag is. "Dat het van binnenuit, van de Oekraiëners komt, geeft vertrouwen. En wij bepalen als Europa onder welke voorwaarden we zo'n associatieverdrag implementeren, controleren en ook vasthouden. Door te tekenen heb je die invloed. Als je niet tekent, dan laat je het los."

Volgens De Boer kan het verdrag gunstig uitpakken voor Nederlandse ondernemers, omdat het de handel tussen beide landen kan bevorderen.

"Door dat verdrag te tekenen maak je afspraken over bijvoorbeeld de kwaliteit van producten. In toenemende mate moeten producten en diensten uit Oekraïne voldoen aan Europese maatstaven. Dat maakt het handelen makkelijker."

Over verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt door de intocht van goedkopere Oekraïense arbeidsmigranten maakt De Boer zich geen zorgen. 

"Ik zag dat er werd beweerd dat er vrij verkeer van arbeid zou komen tussen Oekraïne en Europa. Dat is niet zo." Oekraïeners hebben nog altijd een visum nodig om drie maanden door Europa te kunnen reizen. "Maar dat is nog geen werkvergunning. Dat is dus niet aan de orde", zegt de voorman van VNO-NCW.

"Je hoopt dat Oekraïeners door deze maatregelen een beter concurrentieklimaat krijgen en meer producten op de markt brengen waaraan zij geld kunnen verdienen. Het kan inderdaad zo zijn dat een Nederlands bedrijf daar concurrentie aan ondervindt, maar dat zit helemaal in het spel van de wereldhandel", meent de Boer.

"Concurrentie is niet slecht. Het betekent ook dat als de Oekraïeners succesvol zijn, zij meer geld hebben te besteden en dat andere Nederlandse bedrijven daar weer voordeel bij hebben. Van vrije handel kan iedereen beter worden."

Video: Het Oekraïne-referendum

​

Animatie: In60seconds

"Het is niet zo dat de Nederlandse economie enorm afhankelijk zal worden van Oekraïne. Oekraïne is een belangrijke handelspartner, maar niet zó belangrijk. Dat moet zich nog helemaal ontwikkelen", erkent hij.

Uit gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bleek eerder al dat Oekraïne slechts een kleine handelspartner is voor Nederland. Er werd vorig jaar voor 650 miljoen euro aan goederen van Nederland naar Oekraïne geëxporteerd.

Maar wat niet is, kan nog komen. "De situatie met Polen was vroeger ook zo en dat is nu toch een belangrijke handelspartner geworden", stelt De Boer.

Hij verwacht dat de handel met Oekraïne ook een vlucht kan nemen. "Oekraïne is toch een groot land met 45 miljoen mensen. Het land is agrarisch sterk, er is ruimte en er zijn goed opgeleide mensen. Dat kan wel groeien."

Of we met het tekenen van het verdrag die andere, voor Nederland veel belangrijkere handelspartner Rusland voor het hoofd stoten, is volgens De Boer niet iets waar zijn achterban zich echt druk om maakt.

"We willen graag zakendoen met Rusland, maar dat betekent niet dat we onze westerse, Europese en Nederlandse waarden daarmee wensen te verkwanselen. Dat willen we niet. En dat geef je ook aan met het tekenen van het verdrag."

Nederlanders mogen zich op 6 april in een raadgevend referendum uitspreken over het associatieverdrag. Critci vrezen dat het verdrag een opstap is naar een EU-lidmaatschap voor Oekraïne en vinden dat het verdrag op ondemocratische wijze wordt opgedrongen.