
In Oss leven Oekraïners en andere vluchtelingen wél samen, en dat bevalt goed
Ineens zaten er op een avond in april tachtig vluchtelingen uit het overvolle aanmeldcentrum in Ter Apel in de kantine van het gemeentehuis in het Brabantse Oss. Een foutje van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA), dat dacht dat het oude belastingkantoor aan de Lievekamplaan nog leegstond.
Maar daar gaf Angelo Schuurmans met zijn organisatie Thuis in Oss al onderdak aan Oekraïense vluchtelingen. "Toen heb ik tegen de Oekraïners gezegd: 'Er komen nu tachtig mensen.' Zij zijn toen uit hun bed gekomen, hebben geholpen met het verwelkomen van de mensen en hebben ze naar hun kamers gebracht", zegt Schuurmans. Want er was nog plek genoeg.
In het oude belastingkantoor vangt Thuis in Oss samen met het COA 330 mensen op. Iets meer dan de helft van de bewoners komt uit Oekraïne, de rest uit andere landen. Dat is uniek, omdat het kabinet en de gemeenten tot nu toe vasthouden aan het beleid om de groepen gescheiden op te vangen.
De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de opvang van Oekraïners en het COA voor de andere vluchtelingen. En terwijl de asielopvang van het COA overvol raakte en mensen zelfs buiten moesten slapen, was er lange tijd nog wel ruimte op plekken waar Oekraïners werden opgevangen.
"Terwijl wij hier al negen maanden zeggen: 'Dat hoeft helemaal niet. Dat gaat prima samen'", zegt Schuurmans. De opvanglocatie is sinds het begin "incidentvrij" gebleven. De gemeente is zelfs zo tevreden dat zij in oktober een nieuwe locatie buiten de stad opent.
Ook andere gemeenten beginnen te kijken naar de gemengde woonvorm, vertelt Schuurmans. "Ze zijn heel geïnteresseerd. Je merkt dat mensen met dit asielsysteem echt aan het zoeken zijn naar nieuwe manieren om dit beter te doen."
'Samenleven met verschillende culturen leerzaam'
Tot de sluiting in oktober 2023 blijven de vluchtelingen in het oude belastingkantoor. Het ietwat grauwe, meerdere verdiepingen tellende gebouw is inmiddels opgevrolijkt met vele muurschilderingen. Tijdens een wandeling door het pand laat Schuurmans zijn favoriet zien: die bij het winkeltje waar de bewoners spullen kunnen halen. De tekening van het vrouwenhoofd is gemaakt door een Oekraïense en ingekleurd door een Syrische bewoonster.
De Oekraïense Iryna Troskot vertelt in haar kamer op een van de woonunits buiten het gebouw hoe leerzaam ze het vindt om samen te leven met verschillende culturen. Zo raakte Troskot in een van de gemeenschappelijke keukens in het complex aan de praat met een vrouw. Terwijl hun kinderen samenspeelden, hadden de vrouwen het over de gerechten die ze aan het maken waren: iets Oekraïens en een Afrikaans gerecht. "Het was zo smakelijk", zegt Troskot. "Ik wilde gelijk weten hoe ik dat zelf klaar moest maken."
Troskot woont al enkele maanden bij Thuis in Oss nadat ze samen met haar zoontje uit Irpin was gevlucht. Hier is ze vertegenwoordiger van de Oekraïense bewoners in de wekelijkse bewonersraad. In die raad praten vertegenwoordigers van alle groepen bewoners over huisregels, activiteiten en problemen waar ze tegenaan lopen.
Zelf komt Troskot net terug van een overleg over het afsteken van vuurwerk tijdens Oud en Nieuw. Liever niet op het terrein zelf, zegt Troskot, want explosies horen ze in Oekraïne al genoeg.

Onderscheid tussen vluchtelingen schuurt
Wie door de opvanglocatie in Oss loopt, ziet geen onderscheid tussen de Oekraïense en andere bewoners. Kinderen spelen samen op de lange gangen of in een van de vele zithoeken. Mensen maken buiten een praatje met elkaar en bij de ingang hangen aankondigingen van activiteiten, die ook in het Arabisch en in het Oekraïens zijn te lezen.
Maar wettelijk gezien is dat onderscheid er wél. Dat heeft te maken met de tijdelijke bescherming die de Europese Unie aan Oekraïners heeft gegeven. En omdat Nederland het staatsnoodrecht inzette, waren gemeenten verplicht om genoeg opvangplekken te regelen. Oekraïners konden daardoor - in tegenstelling tot asielzoekers - relatief snel aan het werk en een leven opbouwen.
Het gerechtshof noemde het onderscheid tussen Oekraïners en andere vluchtelingen al "ongeoorloofd". Maar het verschil wordt waarschijnlijk rechtgetrokken als de nieuwe spreidingswet wordt aangenomen, denkt het hof.
Dat onderscheid is ook elke ochtend in Oss te zien. Daar gaan de Oekraïners om 7.00 uur massaal de deur uit voor werk, terwijl de andere bewoners meer thuisblijven. Zij mogen niet werken.

Schril contrast met opvangcrisis
De speciale regels voor Oekraïners staan in schril contrast met de opvangproblematiek, die dit jaar een absoluut dieptepunt bereikte. Mensen sliepen buiten het aanmeldcentrum in Ter Apel of verblijven al maandenlang in (crisis)noodopvanglocaties. En hoewel de bedden voor Oekraïners nu bijna bezet zijn, waren er tot voor kort nog ongebruikte bedden in deze opvanglocaties.
Peter Rodrigues, hoogleraar Immigratierecht aan de Universiteit Leiden, heeft zo zijn bedenkingen bij dit onderscheid. Hij vraagt zich af of de Europese richtlijn niet ook ingezet had kunnen worden toen in 2015 veel Syriërs bescherming vroegen in de EU. Ook had Nederland de inzet van het staatsnoodrecht deze zomer opnieuw kunnen overwegen. "Je kan je namelijk afvragen of dezelfde noodzaak er niet was toen bij Ter Apel mensen buiten moesten slapen."
Bij Thuis in Oss voelen alle bewoners "als één familie", vertelt de Syriër Amajdi Koudimati in een van de nisjes op de begane grond. Hij vluchtte vijf maanden geleden uit Syrië en kwam na vier verschillende opvanglocaties in Oss terecht. Niet alleen Koudimati is hier gekomen om uit te rusten, maar ook alle andere bewoners, zegt hij. "Ze komen allemaal uit een oorlog. We zijn hier gekomen om in vrede te leven. Allemaal."
NUjij: Uitgelichte reacties