
NU+ Hoe Hitler 90 jaar geleden dankzij de democratie een dictatuur kon stichten
Hitlers weg naar de macht startte in de Eerste Wereldoorlog (1914-1918). Als twintiger vocht hij mee in deze oorlog, die Duitsland verloor. Hij voelde zich - net als veel Duitsers - vernederd door de zware eisen van de overwinnaars.
De Duitsers moesten van de overwinnende landen herstelbetalingen doen, grondgebied afstaan en de industrie en het leger verkleinen. De herstelbetalingen waren voor de Duitse naoorlogse economie een enorme kostenpost.
Na de Eerste Wereldoorlog trok Hitler de aandacht met zijn felle speeches en uitvoerige redes. Daarmee wist hij slim in te spelen op de grote onvrede onder de Duitse bevolking. Die kwam voort uit de slechte toestand van de economie door onder meer de herstelbetalingen.
Steeds meer mensen sloten zich daarom aan bij de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij van Hitler, die verbetering beloofde. Hitlers volgers noemden zichzelf nationaalsocialisten. De afkorting 'nazi' komt daarvandaan.

Hitler probeerde tien jaar voor hij rijkskanselier werd al een staatsgreep te plegen. Dat was in 1923. De jonge, democratische, naoorlogse Duitse Republiek van Weimar was wankel. Vanuit München wilde Hitler de regering in Berlijn ten val brengen.
Die couppoging staat bekend als de Bierkellerputsch, omdat Hitler en zijn aanhangers zich verzamelden in de kelder van een biercafé. De poging mislukte door ingrijpen van de politie en het leger. Als straf moest Hitler de cel in.
Toen Hitler in de gevangenis zat, werkte hij aan zijn boek Mein Kampf (mijn strijd). Een deel van zijn antisemitische gedachtegoed wordt hierin uiteengezet. Hitler geloofde in een niet bestaand Joods complot (de Protocollen van de wijzen van Sion), waarin werd beschreven hoe Joden de wereld in hun macht zouden willen krijgen.
Bovendien waren de Joden volgens Hitler ook verantwoordelijk voor het vernederende Duitse verlies in de Eerste Wereldoorlog. Hitler vond het Germaanse ras superieur aan alle andere rassen.

Nadat hij was vrijgekomen, verspreidde Hitler zijn ideeën op bijeenkomsten waar zijn volgers massaal samenkwamen. De nazi's bewandelden vanaf dat moment de legale weg voor machtsovername, namelijk via verkiezingen.
De partij was aanvankelijk nog verboden, maar Hitler kon in sommige deelstaten vrijelijk speechen. Veel mensen voelden zich aangetrokken tot zijn woorden en partij. De nazileiders waren jong en fris. Hitler oogde voor hen als een sterke leider.
Hitlers partij speelde met beloftes en nationalistische propaganda in op de slechte economie. Hij beloofde verbetering, werkgelegenheid en een uitweg uit de armoede. Veel mensen hadden er wel oren naar. Daar kwam de wereldwijde economische recessie van eind jaren twintig nog bovenop. Het land werd geteisterd door hoge inflatie, grote werkloosheid en vooral grote onvrede onder de bevolking.
Het bleken de ideale omstandigheden voor Hitler om zijn nazipartij groot te maken en dankzij een gesmeerde propagandamachine aan de macht te komen. De strategie werkte; de NSDAP groeide uit tot de grootste partij.
Bij de verkiezingen van 1928 kreeg de NSDAP nog geen miljoen stemmen. In 1930 was het met ruim zes miljoen stemmen al de één na grootste partij en in 1932 werd het de grootste partij. Miljoenen Duitsers stemden op Adolf Hitler.
De NSDAP maakte in de verkiezingsstrijd goed gebruik van moderne propaganda methoden. Met massabijeenkomsten, radio-uitzendingen, kranten en pamfletten overtuigden de nazi's de bevolking.
Hoewel Hitler populair was onder het volk, wist hij de aparte verkiezingen voor de rijkspresident van 1932 niet te winnen van de stokoude conservatief Paul von Hindenburg. Von Hindenburg werd in 1932 herkozen met 53 procent van de stemmen. Hitler behaalde 37 procent.

Op 30 januari 1933 werd Hitler tot rijkskanselier benoemd. De conservatieve elite - de grondbezitters in Pruisen en de grootindustriëlen - wilde Hitler echter aan de macht helpen. Deze elite zette rijkspresident Paul von Hindenburg onder druk om Hitler te benoemen als rijkskanselier en hoopte hem voor het eigen karretje te spannen.
Hitler gaf vanaf 30 januari 1933 als rijkskanselier leiding aan een coalitieregering van de NSDAP en de Deutschnationale Volkspartei. Hij is dus niet direct door het Duitse volk gekozen als president, maar werd wel op een legale manier benoemd als het hoofd van de Duitse regering. Dat hij zich als benoemd rijkskanselier nuttig zou maken voor de conservatieven bleek een vergissing.
Binnen enkele maanden hadden de nationaal-socialisten alle macht in handen en zuiverden ze politieke tegenstanders. Het Duitse parlement werd namelijk in 1933 in brand gestoken. Hitler gebruikte het moment als aanleiding om de grondrechten in te perken en alle macht naar zich toe te trekken. Een Nederlandse communist, Marinus van der Lubbe, werd veroordeeld voor de brandstichting.
Een jaar later overleed Paul von Hindenburg, waarop Hitler naast rijkskanselier ook de functie van president op zich nam. Die functie schafte hij meteen ook weer af, want Hitler benoemde zichzelf tot Führer van het Duitse Rijk. Hij werd de absolute leider en dictator van Duitsland. Zijn autoriteit had geen tegengewicht. De rassenwetten, de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust waren het gevolg.
Ga gratis verder
Log in of registreer gratis op NU.nl en krijg toegang tot extra artikelen
NUjij: Uitgelichte reacties