De Purchasing Managers Index (PMI), de inkoopmanagersindex voor de Chinese industrie, zakte in april van 53,4 naar 52,9 punten.

Marktvorsers gingen uit van een kleine toename tot 53,9 of 54,0 punten, melden persbureaus Reuters en Bloomberg. Het was de 26ste maand op rij dat de Chinese industrie groei liet zien.

De afname is volgens analisten het gevolg van recente maatregelen die de overheid heeft genomen. 

Het land heeft al meerdere keren de eisen voor bankkapitaal verhoogd om de harde economische groei en inflatie af te remmen. Verder heeft de Chinese centrale bank vanaf oktober al vier keer het renteniveau verhoogd.

De inflatie in China kwam in maart uit op 5,4 procent, het hoogste niveau in ruim twee jaar. De regering mikt op een inflatie van circa 4 procent. Economen verwachten dat de Chinese economie dit jaar met 9,5 procent zal groeien. Vorig jaar bedroeg de groei 10,3 procent.

Positief aan de cijfers is de afnemende inflatiedruk in een sub-index. In die inflatiebarometer wordt ondernemers gevraagd naar de inschatting van de grondstofprijzen.

Daaruit blijkt dat ondernemers nog altijd een flinke prijsdruk ervaren. Maar dat percentage ligt wel op het laagste peil sinds september vorig jaar. In april had 66,2 procent van de ondervraagden naar eigen zeggen te kampen met hogere prijzen. In maart was dat percentage nog 68,3 procent.

Ook zakte de deelindex voor nieuwe industriële orders in april naar het laagste niveau in acht maanden.

Het vertrouwen van Chinese ondernemers wordt gemeten door onderzoeksbureau Li & Fung onder ruim 800 ondernemers uit 20 verschillende sectoren. Gekeken wordt naar onder andere nieuwe bestellingen, productie en voorraden.

Een index boven de 50 punten geeft aan dat meer ondernemers een expansie van hun activiteiten zien dan een inkrimping.