
Moeder Teresa door paus zalig verklaard
Moeder Teresa overleed in 1997, op 87-jarige leeftijd. Ze kreeg in 1979 de Nobelprijs voor de Vrede. Meer dan vijftig jaar zette de Macedonische non zich in de Indiase stad Calcutta in voor de allerarmsten.
Vorig jaar erkende het Vaticaan een wonder dat aan de non werd toegeschreven. Een 30-jarige vrouw uit India, Monica Besra, zou in op voorspraak van Moeder Teresa zijn genezen van tuberculose en kanker. Artsen vertelden de leden van de congratie voor heiligverklaringen dat ze daarvoor geen medische verklaring hadden. Voor een zaligverklaring is minstens een wonder vereist, waarvan de onverklaarbaarheid daarna door onderzoek moet worden vastgesteld.
Op het Sint Pietersplein in Rome waren enkele honderdduizenden belangstellenden bijeen, onder hen ook een paar honderd gelovigen uit Nederland. Onder meer uit Roermond waren belangstellenden met een georganiseerde reis gekomen. In India, waar Moeder Teresa meer dan vijftig jaar werkte voor de allerarmsten, waren eveneens duizenden mensen op de been.
Onder de hoogwaardigheidsbekleders bij de mis waren de Franse premier Raffarin, Bernadette Chirac, de Belgische oud-koningin Fabiola en president Rugova van Kosovo. Na de zaligverklaring werd een groot portret van Moeder Teresa onthuld.