Dat zijn er 41 minder dan een jaar eerder. Dat blijkt uit woensdag gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Verkeersminister Camiel Eurlings reageerde tevreden. Het doel was om in 2010 het aantal verkeersdoden te verminderen tot 750 en dat is nu al gehaald.

Maar dat is geen reden ''om op onze lauweren te rusten''. Er is een lange weg te gaan om het doel van maximaal vijfhonderd doden in 2020 te halen. ''Alles op alles moet worden gezet om de dalende trend vast te houden", aldus de minister.

Volgens het CBS komt de daling vooral doordat kinderen, jongeren en jongvolwassenen minder het slachtoffer werden. Bij kinderen van 0 tot 15 jaar is de daling groot.

Het aantal verkeersdoden in die leeftijdsgroep is gedaald van 36 naar 25. Voor bijna alle leeftijden geldt dat het aantal doden onder de voetgangers is afgenomen, behalve voor veertigers en tachtigplussers.

De ANWB is verheugd. ''Maar dit betekent niet dat we nu achterover kunnen leunen'', zei een woordvoerder. Volgens de ANWB vragen de provinciale wegen nog speciale aandacht.

''Op de zogenaamde N-wegen vallen de meeste verkeersdoden omdat de meeste verkeersdeelnemers elkaar hier tegenkomen'', aldus de woordvoerder.

Ook de transportorganisaties EVO, TLN en KNV zijn zeer tevreden, mede omdat het aantal doden door aanrijdingen met vrachtauto's met ruim 10 procent is afgenomen ten opzichte van een jaar eerder.

De Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) blijft zich zorgen maken, omdat de daling van het aantal verkeersdoden samenviel met een daling in de mobiliteit.

Het aantal reizigerskilometers over de weg daalde met 4 procent. Daarmee is het risico (aantal verkeersdoden per miljard afgelegde reizigerskilometers) in 2008 ongeveer even hoog als in 2007, terwijl het in de jaren daarvoor vrijwel elk jaar daalde, aldus de SWOV.

De daling van het aantal verkeersdoden in Nederland past overigens in een Europese trend. In de Europese Unie daalde het aantal verkeersdoden, volgens de voorlopige cijfers van de Europese Commissie, vorig jaar met 9 procent.