
De wederopbouw van Turkije en Syrië vordert traag, of zelfs helemaal niet
De omvang van de ramp is een maand later nog altijd niet volledig in beeld gebracht. Vorige week passeerde het totale dodental de 50.000, en inmiddels staat het op ruim 51.000. Dat zal vrijwel zeker verder oplopen, omdat er nog altijd duizenden mensen worden vermist. Als zij onder het puin liggen, is hun kans op overleven inmiddels zo goed als nul.
In het aardbevingsgebied komen nog altijd flinke naschokken voor, die soms nieuwe slachtoffers maken. Maandag werd het zuidoosten van Turkije getroffen door een fikse naschok, die aan zeker één persoon het leven kostte. Tientallen mensen raakten gewond en enkele gebouwen stortten in.
De Turkse rampenbestrijdingsdienst AFAD meldt in zijn laatste update dat er meer dan 45.000 mensen in het land zijn omgekomen als gevolg van de aardbevingen. Het dodental in Syrië ligt rond de zesduizend, maar dat is nog altijd een schatting. Het vinden, identificeren en tellen van slachtoffers is moeilijk vanwege de burgeroorlog in het land.
Af en toe vindt er nog een wonderbaarlijke redding plaats. Zo werd de hond Alex ruim drie weken na de bevingen levend onder het puin in Hatay vandaan gehaald. In Adiyaman werd een paard gered.

Paard 21 dagen na beving levend onder puin vandaan gehaald in Turkije
Turkije begonnen met puinruimen, maar dat zorgt al voor problemen
Direct na de aardbevingen kreeg Turkije van veel landen hulp aangeboden. Internationale reddingsteams waren binnen 24 uur ter plaatse om te helpen met het vinden en redden van slachtoffers onder het puin. Veel internationale reddingsteams zijn inmiddels weer vertrokken, omdat de reactie op de ramp in de volgende fase is beland. Ze zijn vervangen door teams die het puin opruimen.
AFAD meldt dat het 360.000 tenten heeft opgezet, verspreid over ruim driehonderd locaties in de getroffen provincies. Daarnaast zijn op 162 plekken tijdelijke containerwoningen neergezet. Volgens de rampenbestrijdingsdienst levert dat voor anderhalf miljoen mensen een tijdelijke woonplek op. Ook worden mensen die hun huis zijn kwijtgeraakt opgevangen in hotels.
Dinsdag zei directeur Tedros Adhanom Ghebreyesus van wereldgezondheidsorganisatie WHO dat Turkije "zijn best doet", maar nog steeds internationale hulp nodig heeft om zich te bekommeren om de slachtoffers. Zeker twee miljoen mensen zijn het aardbevingsgebied ontvlucht.

Hulp bereikt Syrië mondjesmaat
Tedros bracht woensdag ook een bezoek aan het noordwesten van Syrië. De WHO-directeur zei dat zijn hart "gebroken" was door wat hij daar aantrof. De hulpverlening in Syrië verloopt moeizaam vanwege de al twaalf jaar durende burgeroorlog. Veel ziekenhuizen en andere vitale gebouwen zijn kapotgeschoten. Het land is door de burgeroorlog ook op diplomatiek vlak geïsoleerd geraakt van de rest van de wereld en kreeg minder internationale hulp aangeboden.
Syrië was daardoor lang afhankelijk van de noodhulp van organisaties zoals de Verenigde Naties, Artsen zonder Grenzen en het Rode Kruis. Inmiddels zijn er enkele grensposten met Turkije geopend, waardoor hulpverleners het getroffen gebied makkelijker kunnen bereiken. Eind februari kwamen de eerste vliegtuigen met hulpgoederen van de Europese Unie aan in Syrië. Er zullen meer vluchten volgen.
Tienduizenden Syriërs die vanuit hun thuisland naar Turkije waren gevlucht, hebben het aardbevingsgebied weer verlaten om terug te gaan naar Syrië. Daar mogen ze van de Turkse autoriteiten zes maanden blijven zonder dat hun de terugkeer naar Turkije onmogelijk wordt gemaakt. De Syrische vluchtelingen maken gebruik van die periode om na te gaan of hun familie in orde is.
Wederopbouw voor beide landen nog een loze belofte
De Turkse president Recep Tayyip Erdogan beloofde om binnen een jaar de vernietigde woningen te herbouwen. Het is volgens bouwkundigen zeer twijfelachtig of hij die belofte op een veilige manier waar kan maken. Het zal waarschijnlijk nog maanden duren voordat mensen weg kunnen uit de tenten of noodcontainers waar ze nu in worden opgevangen.
Voordat de herstelwerkzaamheden kunnen beginnen, moet eerst het puin worden geruimd. Door het instorten van ruim 160.000 gebouwen zijn er miljoenen tonnen aan puin die opgeruimd moeten worden in Turkije. De VN schat die hoeveelheid op tussen de 116 en 210 miljoen ton aan puin. Dat wordt nu vervoerd naar tijdelijke stortplaatsen. Het vele opruimwerk brengt ook risico's met zich mee, zoals asbest en andere schadelijke stoffen.
De herstelwerkzaamheden in Syrië zijn in het geheel nog niet begonnen. De VN en haar lidstaten hebben in totaal 400 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de wederopbouw van het land, en ook andere organisaties zamelen geld in. Maar er is geen enkele zekerheid dat financiële hulp aan Syrië op de juiste plekken terechtkomt. De wederopbouw van Syrië kan simpelweg niet beginnen zolang de burgeroorlog nog woedt.
NUjij: Uitgelichte reacties