
Syrië was al een rokende ruïne en nu komt daar nog een enorme ramp bij
Eigenlijk ging het al voor de aardbevingen elke dag bergafwaarts met het leven van de meeste Syriërs, zegt Bastiaan van Blokland van het Rode Kruis. "90 procent van de inwoners van het land heeft niet meer dan 1,50 dollar per dag te besteden", legt hij uit. "Door een langslepend conflict zijn veel huizen en wijken geruïneerd. De infrastructuur ligt in puin en er zijn geen geld of middelen om zaken weer op te bouwen."
Veel primaire levensmiddelen zijn nauwelijks te krijgen. Er zijn tekorten aan voedsel en medicijnen, benzine is op rantsoen. "En nogmaals: dan beschrijf ik dus de situatie vóór de aardbevingen", benadrukt de zegsman van het Rode Kruis.
Volg het aardbevingsnieuws
"Het land leeft in grote armoede, en dat heeft gevolgen voor de gezondheid van veel mensen. Het is ramp op ramp op ramp in Syrië." Een van de zaken die prioriteit moeten krijgen, is het herstel van de waterleidingen en de elektriciteit in de bewoonde gebieden. Ook dit zijn basisbehoeften waar Syriërs in het getroffen gebied nu geen toegang toe hebben.
De hygiëne in deze gebieden is ook reden tot zorg. Doordat de leidingen beschadigd zijn, is de kans groot dat het water dat de kampen wel bereikt vervuild is. Dan is er al gauw een groot risico op diarree en cholera.

Turkse nieuwsploeg filmt tweede aardbeving tijdens liveverslag
Zo'n 4,5 miljoen Syriërs zijn in acute nood
Ester van den Berg van Stichting Vluchteling spreekt van "een van de moeilijkste situaties" die de stichting heeft gezien. Ook zij benadrukt dat zo'n 4,5 miljoen mensen in vooral het noorden van het land al in acute nood waren. Dus al vóór de aardbeving. "Het gaat om een soort enclave die grenst aan Turkije en die afgezien van een grensovergang aan de Turkse grens niet bereikbaar is. Een gebied waar de regeringslegers van Al Assad niets te zeggen hebben."
Bij de internationale hulp gaat de aandacht op dit moment vooral naar Turkije, merkt Stichting Vluchteling. Pakweg een derde van de getroffen groep in het noorden woont in vluchtelingenkampen. "Het gaat om mensen die al meerdere keren hebben moeten vluchten en die voor voedsel en hulp afhankelijk zijn van hulporganisaties."
"Die doorgang is door de aardbeving nu ook nog afgesloten. De hoop is dat dit in elk geval binnen een paar dagen verholpen is." Op dit moment delen de samenwerkende hulporganisaties noodkits uit. Daarmee kunnen mensen twee of drie dagen overleven.
'Vooral de vrieskou is nu verraderlijk'
Beide hulporganisaties werken samen met lokale hulpverleners en organisaties die beter op de hoogte zijn van de lokale situatie, de primaire behoeften en de infrastructuur. "De acute hulp richt zich op het redden van mensen onder het puin en het opruimen van de brokstukken", legt Van den Berg uit. "Maar daarna is er veel humanitaire hulp nodig, en die situatie is niet zomaar verholpen."
Het Rode Kruis richt zijn hulp op dit moment vooral op Aleppo en de regio daaronder, legt Van Blokland uit. "Maar de grootste ramp in Syrië moet nog komen. Het is winter, de vrieskou is verraderlijk, zeker als je geen huis meer hebt om te schuilen. En het probleem van voedseltekorten zal alleen maar toenemen."
Het Rode Kruis merkt dat het Westen de laatste tijd weinig aandacht voor Syrië had. In het najaar is een campagne opgestart om de dreigende humanitaire crisis weer onder de aandacht te brengen in Nederland.
"Het land is economisch failliet, er zijn gigantische kapitalen nodig om het land weer op te bouwen. Syrië dreigde in de vergetelheid te raken, terwijl de hulp heel, heel hard nodig is", benadrukt Van Blokland. "De aardbeving toont wel weer aan dat we deze mensen niet in de steek mogen en kunnen laten."

NUjij: Uitgelichte reacties