
Turkse en Syrische Nederlanders over de ramp: 'Ik kreeg kippenvel'
De Amsterdamse Aytun Çetinkaya (27) is net aan het bellen met NU.nl om zijn verhaal te doen, als tegen twaalven een pushmelding van Het Parool binnenkomt. Er is een tweede aardbeving geweest: eentje met een kracht van 7.7 in Kahramanmaras, een stad en gelijknamige provincie in Zuidoost-Turkije. We onderbreken het interview om het nieuwsbericht te lezen.
"Wat de fuck? Nog één?! Nee joh? Serieus? Wacht even. Waar? Oh mijn god. Daar ligt Elbistan, waar mijn vaders familie vandaan komt." Çetinkaya valt stil. We besluiten later verder te praten, zodat hij eerst zijn familie kan bellen en appen.
Dat deed hij vandaag al de hele ochtend. Çetinkaya belde meteen familie op toen hij - nog maar half wakker - het nieuws van de eerste aardbeving zag.
"In eerste instantie zag ik dat het epicentrum van de beving nabij Gaziantep was. Dat is een andere stad in Zuidoost-Turkije dan waar mijn familie woont. Maar na een blik op de kaart zag ik dat het wel behoorlijk dichtbij Kahramanmaras ligt." In die provincie wonen veel van Çetinkaya's familieleden. De eerste beving van vannacht was daar dus al een ramp.

'Vriend waarschijnlijk onder gebouw'
"Mijn opa's, tantes, nichten en neven hebben we snel bereikt. Mijn nicht heeft verwondingen door meubilair dat op haar is gevallen, en er zitten scheuren in de muren. Een vriend ligt waarschijnlijk met zijn hele familie onder een verwoest gebouw."
Het epicentrum van de tweede aardbeving blijkt in de stad Elbistan in de provincie Kahramanmaras. Dichterbij kan bijna niet voor de familieleden van Çetinkaya.
Ruim een kwartier later belt Çetinkaya terug. Hij heeft de meeste familieleden van zijn vaderskant in Elbistan nu bereikt. "Ze zijn in orde, maar in Elbistan hadden ze net alle voertuigen en werkapparaten naar het centrum van de stad Kahramanmaras gestuurd om daar te helpen met opruimacties na de eerste beving. Nu kan niemand ze in Elbistan helpen. Dit is triest. Ik heb er geen woorden voor, man."
De epicentra van de twee aardbevingen in Turkije.
Nog minder hulpvoertuigen in Noord-Syrië
De Houtense Firas Mamo (34) heeft een even hectische dag. Het epicentrum van de aardbevingen ligt dicht bij de grens met Syrië. Om half vier 's nachts werd Mamo wakker gebeld door zijn vader uit Jindires, een stadje nabij Afrin in Noord-Syrië. "Ze stonden buiten in de regen en waren helemaal in paniek. Ik snapte niet wat er aan de hand was."
Toen Mamo begreep dat het om een aardbeving ging, kon hij niet meer slapen. "Ik heb beelden gezien dat de helft van de stad is verwoest. Nu al meer dan 350 doden. Volgens mijn vader zou het nog minimaal een maand duren voordat iedereen gevonden is onder de gebouwen."
Turkije heeft sinds een invasie in 2018 de macht in de Noord-Syrische regio rondom Afrin. Maar het opruimen doen de mensen zelf in de stad, vertelt Mamo. "Iedereen helpt. Er zijn niet veel machines om de gebouwen op te ruimen. Het gaat allemaal met de hand."
"Onze buurjongen, met wie ik ben opgegroeid, is overleden door de aardbeving. Hij was net mijn kleine broertje. Ik was trots op hem, en nu is hij er niet meer. Zijn twee kleine dochtertjes zijn samen met hem overleden. Mijn moeder wilde ook niet terug het huis in. Hun huis stond na de beving nog overeind, maar ze slapen vannacht in de auto. Ze zijn bang voor een nieuwe aardbeving"
Mamo: "Ik heb niet gehuild, maar ik heb hele trieste gevoelens. Wat ik deed was eigenlijk heel hard huilen van binnen. "

Huilend voor de tv
Ook bij Amsterdammer Izzet Özdamar (26) thuis is de ernst te voelen. "Toen ik een online werkoverleg uitliep, zag ik dat mijn moeder aan het huilen was op de bank in de woonkamer. In de ochtend leek het dodental nog mee te vallen en onze familie in Turkije was veilig."
De familie van Özdamar in Turkije woont ver van het epicentrum. Alleen twee nichten wonen en werken in het zuidoosten, in Kahramanmaras. 's Ochtends na de eerste aardbeving belden en bereikten ze hen om een uur of acht. Er leek toen weinig aan de hand.
"Ik besefte pas toen ik mijn moeder zag huilen, dat er nog iets was gebeurd. Mijn nichten waren niet meer te bereiken na de tweede beving. Die hele stad ligt nu echt in puin. Dan besef je pas hoe heftig het is. Het dodental is veel hoger dan in de ochtend. Ik kreeg kippenvel en moest huilen."
"Pas na een half uur kregen we een telefoontje van mijn oudste nicht. Mijn nichten waren veilig, maar haar telefoon lag onder het puin. Daarom konden we ze niet bereiken. Ik kan me ook niet focussen op dit moment, niet werken, niet eten."

Radio aan op werk
Bij ondernemer en directeur Ahmet Can (35) gaat het vandaag niet anders. Het nieuws wordt op de voet gevolgd. "Ik heb zelf continu de radio aan op het werk om op de hoogte te blijven." Can is directeur bij horecazaak Serifoğlu Café & Patisserie in Amsterdam. Veel collega's komen uit Gaziantep in Zuidoost-Turkije, want de patisserie is gespecialiseerd in eten uit die regio.
"Iedereen is aan het bellen met familie. We hebben gelukkig nog van niemand gehoord dat een huis is verwoest of familieleden zijn overleden. Ieders familie verkeert in goede gezondheid, maar het is nu gewoon afwachten en we hebben allemaal pijn."
Can voelt vandaag vooral dat iedereen intens meeleeft. "Het nieuws leeft niet alleen bij ons in de zaak, of bij mensen uit de regio van Gaziantep. Het leeft bij iedereen, zelfs bij mensen die niet Turks zijn. Dit is mensheid, menselijkheid, het doet ons allen pijn."
